Op het VWO was ik met bezig met het trainen voor toelating tot de Academie voor Lichamelijke Opvoeding. Een vriendin ging kijken bij de open dag van de Koninklijke Militaire Academie (KMA) en zodoende kwam ik er per toeval terecht. Ik wist er niks van, maar het sprak mij direct erg aan. Gek genoeg had ik een zus op het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM), maar dat leek me niks voor mij.

Na de keuringen startte ik in 1998 met de algemene luitenants opleiding. Mijn startfunctie was als pelotonscommandant (PC) van een transportpeloton. Het werk als PC vond ik erg leuk. Je deed veel verschillende dingen, had veel verantwoordelijkheid en er ontstond snel kameraadschap.  

De volgende functie was die van PC-logistiek bij een hospitaalcompagnie. Mijn eerste uitzending was naar Irak in 2005. We bouwden de kampen af. Als jonge PC vertel je dan tegen de commandant van de basis dat de boel afgebroken gaat worden, te starten met de luxe dingen zoals de sport en te eindigen met de meest noodzakelijke spullen. Het had ook iets heel avontuurlijks, we reisden als een soort nomaden van kamp naar kamp. Het was bikkelen in de hitte en zandstormen. 

De volgende uitzending was met een infanteriebataljon in 2007 naar Afghanistan. De sfeer was hier heel anders, veel strijd tussen mensen onderling en behoorlijk uitgesproken karakters. De omstandigheden en de focus op de gezamenlijke opdracht maakten echter dat het team alsnog wel hecht werd en zelfs nog steeds is. 

In 2010 was ik wederom in Afghanistan voor de redeployment: het afbouwen van de basis. Het was uitdagend omdat we onder streng toezicht van de rekenkamer stonden. Ik gaf leiding aan een grote club, die een behoorlijk ingewikkeld proces te volgen had om alles beheerst en beheerd terug naar Nederland te krijgen. Hierdoor kostten simpele dingen heel veel extra tijd en was iedereen tot laat aan het werk.

Bij terugkomst ging ik werken in de militaire bedrijfsvoering. In vergelijking met mijn eerdere werkzaamheden voelde het werk steeds minder militair en leverde ik voor mijn gevoel minder een directe bijdrage. Met mijn ervaring ging ik werken in de burgermaatschappij. Eerst bij Scania en later bij de Bas van de Goor Foundation vond ik weer mijn passie terug.

Terugkijkend, heb ik nooit spijt gehad van mijn keuze. De cultuur binnen defensie is echt anders dan het bedrijfsleven, er is tijd voor een grapje en er is veel aandacht voor elkaar. Het bedrijfsleven is zakelijker. 

Inmiddels kan ik als team- en leiderschapstrainer bij Sensire en met mijn eigen bedrijf Leaders are Learners anderen inspireren tot sterk samenwerken en goed leiderschap. Op dat vlak is namelijk een wereld te winnen! Ik gun iedereen dat.