In 1996 begon ik als korporaal bij de luchtdoelartillerie. De dienstplicht was kort daarvoor opgeschort en ik koos voor een 2,5 jarig BBT-contract (Beroeps Bepaalde Tijd), vanwege de combinatie van interessant werk en de mogelijkheden te studeren. Hoewel mijn familie niet onverdeeld positief was over mijn keuze, beviel het militaire leven mij goed.

Zo goed, dat ik een paar keer bijtekende, totdat ik, op aandringen van mijn pelotonscommandant, solliciteerde bij de KMA, en net voordat ik in 2001 deel zou nemen aan UNFICYP (United Nations Peacekeeping Force in Cyprus) moest ik me in Breda melden.

Op de KMA volgde ik een opleiding tot officier logistiek, waarna ik startte als pelotonscommandant van een transportpeloton. Daarna werd ik pelotonscommandant van het logistieke peloton van 270 Munitie Compagnie, waarmee ik in 2004 op mijn eerste uitzending ging; SFIR-5 (Stabilization Force in Iraq. Van het PODpeloton was ik plaatsvervangend commandant en Hoofd Logistieke operatien. We verzorgden de aan-en afvoer van mens en materieel via Koeweit Irak in het uit, waarbij het altijd schipperen was met de beperkte capaciteit aan transportmiddelen en force protection.

Mijn tweede uitzending was naar Afghanistan in 2009; PRT-7 (Provinciaal Reconstructie Team). In mijn rol als commandant van een mission team kwam ik veel meer in contact met de bevolking dan in mijn vorige uitzending. Ik had mij goed ingelezen in de historie van het land. Wat mij bij is gebleven is het pragmatisme van de Afghanen; na decennia oorlog kan daar de vijand van vandaag de vriend van morgen zijn, afhankelijk van wat de beste kansen biedt. Het besef van het spanningsveld tussen politieke belangen en besluitvorming over de missie en de praktische uitvoerbaarheid ervan maakte het soms lastig. Dat het vermarkten van westerse belangen in een andere cultuur lastig is en een lange adem vraagt is in 2021 duidelijk gebleken.

Na de tweede uitzending had ik een mogelijkheid om me te laten omscholen tot Bedrijfsmaatschappelijk Werker (BMW-er). De voornaamste rol als BMW-er is om voorlichting te geven, leidinggevenden te adviseren en psychosociale zorg te bieden aan defensiepersoneel en hun thuisfront. In 2015 nam ik als BMW-er deel aan de missie MINUSMA in Mali. Wat mij opviel is de
grote hoeveelheid berichtgevingen: nieuws overbrengen van of naar het thuisfront (familie, partners, etc.). Dit kon variëren van ziekenhuisopnames tot geboortes. Op het gebied van groepsdynamiek leverden problemen daarmee geregeld werkaanbod. Ik vond het mooi om in deze functie een rol te kunnen spelen in de inzetbaarheid van ons contingent. Inmiddels ben ik weer enkele jaren werkzaam in de logistiek, eerst ‘uitgeleend’ aan de Koninklijke Marechaussee, nu weer bij de Landmacht.

Mooie dingen van het werken bij Defensie vind ik het gezamenlijk ergens de schouders onder zetten; het doorzettingsvermogen (‘het moet dus het kan’) en de cohesie, de gezamenlijkheid, de kameraadschap. Oefeningen en uitzendingen zijn bijzondere ervaringen; niet altijd leuk, maar zeker vormend. Tijdens uitzendingen doet de ellendige situatie van anderen in een conflictgebied je beseffen hoe goed je het zelf hebt. Dat werkt relativerend.