Mijn Defensiecarrière ben ik als dienstplichtige begonnen op 4 maart ’91 in de hoedanigheid van plaatsvervangend detachementscommandant binnen een verbindingseenheid van de Koninklijke Landmacht. Als 18-jarige jonge commandant, vond ik het een hele verantwoordelijkheid en al een machtig avontuur om in voormalig West-Duitsland te worden gestationeerd binnen een multinationale setting (Geopolitiek gezien diende zich rond deze periode een nieuwe wereldorde aan. Het was tenslotte het einde van de Golfoorlog en uiteindelijk ook het daadwerkelijke einde van de Koude Oorlog. Immers de Sovjet-Unie viel in dec. ’91 uiteen, terwijl in juli van datzelfde jaar het Warschaupact al ophield te bestaan.)

Na mijn dienstplicht, ben ik het bedrijfsleven ingestapt en heb diverse opleidingen afgerond. In ’96 ben ik via diverse functies binnen de Geneeskundige Dienst (LDGD-er) bij de ‘Groep Operationele Eenheden Mariniers’ van de Koninklijke Marine/CZSK terechtgekomen. Hierna ben ik in ’99 zelf Marinier geworden met specialisatie SF-Medic.

Na mijn basisopleiding in Rotterdam volgde al snel de Berg- & Wintertraining en vlot daarna in 2000 een plaatsing op Aruba met aansluitend de diverse opleidingen (o.a. Jungle Commando opleiding in Frans Guyana, verzorgd door het Franse Vreemdelingen Legioen), internationale oefeningen o.a. ‘Deux Tri Colores’ en een ‘ernstinzet’ als Quick Reaction Force binnen een ‘HADR-operatie’ op St Maarten.

In 2003 volgde mijn uitzending naar Irak (SFIR-1) in de rol van SF-Medic bij een basis medische eenheid gekoppeld aan de 13e infanteriecompagnie van het Korps Mariniers. We waren gestationeerd in Ar Rumaytha binnen AOR provincie Al Muthanna. We namen daar het stokje over van de Amerikaanse Mariniers (FOX 2/5 MEU/USMC), deze hadden het aardig voor hun kiezen gehad en een aantal gesneuvelden te betreuren. Het was goed voelbaar, dat we te maken hadden met een argwanende bevolking. We zaten immers in de overgangsfase van een oorlogsmacht- naar een stabilisatie macht. Aangezien we de eerste lichting waren, was het op logistiek gebied een drama. Diverse goederen die randvoorwaardelijk waren om fatsoenlijk ons werk te kunnen doen, waren vaak niet op de juiste tijd en/of plek of simpelweg in zijn geheel niet voorhanden. We hebben vrij lang op eenzijdige rantsoenen moeten opereren. Douchen was er in de beginfase al helemaal niet bij en slapen bij 50-60 graden op de tribune van een oud vervallen betonnen voetbalstadion, was nu ook niet bepaald een “luxe” om jaloers op te zijn. Kortom: gebrek aan van alles en nog wat, was de eerste maanden meer regel dan uitzondering. Wat mij vooral is bijgebleven is de allesverzengende hitte van de woestijn in Koeweit en Irak waarin wij moesten opereren. Zelfs de lokale bevolking klaagde soms over de hitte; dát zegt toch wel hoe extreem het eigenlijk was. Ook het feit dat je goed kon waarnemen, dat vrouwen, kinderen en dieren vrijwel niets hebben in te brengen, maar enkel mannen daar de dienst uitmaken, heeft mij geraakt.

Dieptepunt dat ik gedurende deze missie heb ervaren, was toch wel de verplaatsing terug naar Basra vanuit Ar Rumaytha aan het einde van onze uitzending. Logistiek was toen blijkbaar belangrijker dan onze eigen veiligheid. Onder het mom van ‘We vertrekken onder Force Protection, dus iedere Marinier heeft aan één patroonhouder met tien patronen voldoende en kan plaatsnemen in een bus’. Dit deed mijn wenkbrauwen behoorlijk fronsen en mijn professioneel beeld over het Korps op dat moment behoorlijk wankelen. Waarschuwingen die ik hierover uitte werden slechts voor kennisgeving aangenomen en tegelijkertijd in de wind geslagen. Deze beslissing als exit-strategie aan het einde van deze missie heb ik nooit begrepen en altijd ervaren als een behoorlijke deceptie!

Eenmaal terug in Nederland bemerkte ik bij mijzelf dat aanpassen aan onze Westerse decadentie mij best zwaar viel. Je komt uit een gebied, waarbij mensen met elkaar op de vuist gaan voor water en/of voedsel. Hier is de keuzevrijheid enorm en nog is dat voor veel mensen niet genoeg. Daar sta je dan, na je missie, in de lokale supermarkt met heel veel keuze, waarbij een kind ineens opmerkt dat haar favoriete merk ergens niet tussen staat en hier een issue van maakt en begint te jengelen, dát steekt. Ook al weet ik rationeel natuurlijk dat mensen nu eenmaal niet allemaal hetzelfde referentiekader hebben, emotioneel gezien raken dit soort situaties mij nog steeds.

Bij het Korps Mariniers gaat het groeien door de rangen heen traag. Daarom besloot ik HBO studie op te pakken richting fysiotherapie, met de intentie om als Officier binnen de Geneeskundige Dienst terug te keren. In een eerder stadium had ik de Praktische Opleiding Tot Officier der Mariniers (POTOM), halverwege de opleiding, noodgedwongen moeten verlaten door een blessure aan mijn knie. Hierdoor moest ik revalideren om uiteindelijk op een later tijdstip weer terug te kunnen keren binnen deze opleiding. Echter…na mijn uitzending bleek ik te oud om de POTOM weer op te pakken, aangezien de leeftijdseis naar beneden was bijgesteld. Mede door dit gegeven had ik de balans opgemaakt en besloten einde 2005 de actieve dienst te verlaten om vervolgens als burger fysiotherapeut aan de slag te gaan. In 2007 ben ik uiteindelijk teruggekeerd binnen Defensie als actief reservist binnen diverse functies als manschap, Onderofficier en uiteindelijk ook als Officier.

Na het behalen van mijn fysiotherapie opleiding, waren er niet direct mogelijkheden om Officier te worden. Deze mogelijkheid diende zich wel aan in 2012, waarbij ik ben overgestapt naar CIMIC, het tegenwoordige 1 Civiel & Militair Interactie Commando. Ik werk daar nu als netwerkcoördinator ‘Public Health’. Dit combineer ik momenteel met een consultant functie op het gebied van alcohol, drugs & verslaving bij de Koninklijke Marine/Korps Mariniers (CZSK). Hiervoor was ik ook nog eens een paar jaar als burger werkzaam voor Duurzaam Gezond Inzetbaar (DGI) als Integraal leefstijlcoach binnen de Luchtmobiele Brigade in Schaarsbergen. Dus ook deze functie is leefstijl-georiënteerd en past mij prima!

Het afgelopen jaar was, door het verlies van mijn vrouw, een zéér heftig jaar voor mij en ons gezin. Je wordt continue heen en weer geslingerd tussen ratio en emoties inclusief het hele slagveld tussen deze twee uitersten. Het adagium: ‘Improvise, Adapt & Overcome’ heeft mij veel gebracht en gemaakt tot de persoon die ik uiteindelijk ben geworden. Ondanks grote verliezen die ik heb moeten incasseren, sta ik vol in het leven. Samen met mijn twee prachtige dochters, probeer ik er het beste van te maken door het maximale eruit te halen!


Mijn uitzending had ik echter voor geen goud willen missen. Als de omstandigheden er weer naar zijn, dan zal ik het zéker weer overwegen!